NBG-vertaling 1951

Jeremia 38:3-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

3. Zo zegt de Here: Voorzeker zal deze stad in de macht van het leger van de koning van Babel gegeven worden en dat zal haar innemen.

4. Toen zeiden de vorsten tot de koning: Laat deze man toch ter dood gebracht worden, want zó ontmoedigt hij de krijgslieden die in deze stad zijn overgebleven, en de gehele bevolking, door op zulk een wijze tot hen te spreken, want deze man zoekt niet het heil voor dit volk, maar het kwade.

5. Koning Sedekia zeide: Zie hij is in uw hand, want de koning vermag niets tegen u.

6. Toen namen zij Jeremia en wierpen hem in de put van prins Malkia, die in de gevangenhof was, en zij lieten hem aan touwen zakken; in de put nu was geen water, maar wel slijk; en Jeremia zonk in het slijk.