NBG-vertaling 1951

Jeremia 38:18-23 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

18. Maar indien gij niet uitgaat tot de vorsten van de koning van Babel, dan zal deze stad in de macht der Chaldeeën gegeven worden en die zullen haar met vuur verbranden en gij zelf zult aan hun macht niet ontkomen.

19. Doch koning Sedekia zeide tot Jeremia: Ik ben bevreesd voor de Judeeërs die naar de Chaldeeën zijn overgelopen, dat men mij in hun macht zal overgeven en zij de spot met mij zullen drijven.

20. Daarop zeide Jeremia: Dat zal men niet doen; hoor toch naar de stem des Heren in hetgeen ik tot u spreek, dan zal het u wèl gaan en zult gij in leven blijven.

21. Maar indien gij weigert uit te gaan, dan is dit het woord, dat de Here mij heeft doen zien:

22. Zie nu, al de vrouwen die in het paleis van de koning van Juda zijn overgebleven, werden uitgeleid tot de vorsten van de koning van Babel, terwijl zij zeiden:Misleid en overweldigd hebben u de lieden, met wie gij bevriend waart;zij deden uw voeten zinken in de modder,zij weken terug!

23. Men zal dan al uw vrouwen en uw kinderen uitleiden tot de Chaldeeën en gij zelf zult aan hun macht niet ontkomen, maar door de hand van de koning van Babel zult gij gegrepen worden en deze stad zal met vuur verbrand worden.