NBG-vertaling 1951

Jeremia 23:11-15 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

11. Want zowel profeet als priester plegen heiligschennis, zelfs in mijn huis heb Ik hun boosheid gevonden, luidt het woord des Heren.

12. Daarom zal hun weg voor hen worden als glibberige plaatsen in de duisternis, zij zullen daar verdwalen en vallen. Want Ik zal rampspoed over hen brengen in het jaar van hun bezoeking, luidt het woord des Heren.

13. Wel heb Ik bij de profeten van Samaria gezien wat ergerlijk was: zij profeteerden door de Baäl en misleidden mijn volk Israël;

14. maar bij de profeten van Jeruzalem heb Ik gezien wat afschuwelijk is: echtbreken en met leugen omgaan; zij sterken de handen der boosdoeners, dat niet één zich van zijn boosheid bekeert; zij zijn Mij altezamen als Sodom geworden, zijn inwoners als Gomorra.

15. Daarom zegt de Here der heerscharen aldus van de profeten: Zie, Ik spijzig hen met alsem, Ik drenk hen met gif, want van de profeten van Jeruzalem is de heiligschennis uitgegaan over het gehele land.