NBG-vertaling 1951

Hooglied 5:1-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. – Ik ben gekomen tot mijn hof,mijn zuster, bruid,ik plukte mijn mirre en mijn balsem,ik at mijn raat en mijn honig,ik dronk mijn wijn en mijn melk.Eet, vrienden, drinkt,en wordt dronken, genoten.

2. Ik sliep, maar mijn hart was wakker.Hoor, mijn geliefde klopt aan.„Doe mij open, mijn zuster, mijn liefste,mijn duive, mijn volmaakte,want mijn hoofd is vol dauw,mijn lokken zijn vol druppels van de nacht.”

3. „Ik heb mijn kleed reeds afgelegd,hoe zou ik het weer aandoen?Ik heb mijn voeten gewassen,hoe zou ik ze weer verontreinigen?”

4. Mijn geliefde stak zijn hand door de openingen mijn hart werd onstuimig over hem.

5. Ik stond op om mijn geliefde open te doen,mijn handen dropen van mirre,mijn vingers van vloeiende mirreop de greep van de grendel.

6. Ik deed mijn geliefde open,maar mijn geliefde was weg, verdwenen!Mijn ziel bezwijmde, toen hij sprak,ik zocht hem, maar vond hem niet,ik riep hem, maar hij antwoordde mij niet.