NBG-vertaling 1951

Handelingen 7:12-18 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

12. Maar toen Jakob hoorde, dat er koren was in Egypte, zond hij onze vaderen de eerste maal daarheen;

13. en bij de tweede maal maakte Jozef zich aan zijn broeders bekend en Jozefs afkomst werd aan Farao openbaar.

14. En Jozef zond heen om zijn vader Jakob te laten komen en al zijn bloedverwanten, vijfenzeventig zielen.

15. En Jakob trok af naar Egypte, en hijzelf stierf, en onze vaderen;

16. en zij werden overgebracht naar Sichem en bijgezet in het graf, dat Abraham voor een som gelds van de zonen van Hemor te Sichem gekocht had.

17. Doch naarmate de tijd der belofte, waarmede God Zich aan Abraham verbonden had, naderde, vermeerderde het volk en vermenigvuldigde zich in Egypte,

18. totdat er over Egypte een andere koning aan het bewind kwam, die Jozef niet gekend had.