NBG-vertaling 1951

Handelingen 4:5-11 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

5. En het geschiedde tegen de volgende dag, dat hun oversten en hun oudsten en hun schriftgeleerden bijeenkwamen te Jeruzalem,

6. en Annas, de hogepriester, en Kajafas, Johannes, Alexander en allen, die tot het hogepriesterlijk geslacht behoorden;

7. en toen zij hen hadden laten voorkomen, wilden zij van hen weten: Door welke kracht of door welke naam hebt gij dit gedaan?

8. Toen zeide Petrus, vervuld met de heilige Geest, tot hen: Oversten van het volk en oudsten,

9. indien wij thans in verhoor genomen worden ter zake van een weldaad aan een zieke, waardoor hij gezond geworden is,

10. dan moet aan u allen en het ganse volk van Israël bekend zijn, dat door de naam van Jezus Christus, de Nazoreeër, die gij gekruisigd hebt, maar die God heeft opgewekt uit de doden, dat door die naam deze hier gezond voor u staat.

11. Dit is de steen, door u, de bouwlieden, versmaad, die nochtans tot hoeksteen is geworden.