NBG-vertaling 1951

Handelingen 4:33-37 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

33. En met grote kracht gaven de apostelen hun getuigenis van de opstanding des Heren Jezus, en er was grote genade over hen allen.

34. Want er was ook niet één behoeftig onder hen; want allen, die eigenaars waren van stukken grond of van huizen, verkochten die en brachten de opbrengst van de verkoop en legden die aan de voeten der apostelen;

35. en aan een ieder werd uitgedeeld naar behoefte.

36. En Jozef, die van de apostelen de bijnaam Barnabas gekregen had – wat betekent: zoon der vertroosting –, een Leviet, uit Cyprus afkomstig,

37. die eigenaar was van een akker, verkocht die en bracht het geld en legde het aan de voeten der apostelen.