NBG-vertaling 1951

Handelingen 26:12-15 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

12. En toen ik onder die omstandigheden naar Damascus reisde met volmacht en opdracht der overpriesters,

13. zag ik, o koning, midden op de dag onderweg een licht, schitterender dan de glans der zon, van de hemel mij en hen, die met mij reisden, omstralen;

14. en toen wij allen ter aarde vielen, hoorde ik een stem tot mij spreken in de Hebreeuwse taal: Saul, Saul, waarom vervolgt gij Mij? Het valt u zwaar tegen de prikkels achteruit te slaan.

15. En ik zeide: Wie zijt Gij, Here? En de Here zeide: Ik ben Jezus, die gij vervolgt.