NBG-vertaling 1951

Handelingen 25:11 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

Indien ik echter schuldig ben en een halsmisdaad gepleegd heb, verzet ik mij niet tegen een doodvonnis; maar indien er niets waar is van datgene, waarvan dezen mij betichten, dan kan niemand mij bij wijze van gunst aan hen uitleveren: ik beroep mij op de keizer!

Handelingen 25

Handelingen 25:8-17