NBG-vertaling 1951

Handelingen 21:4-11 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

4. En wij vonden de discipelen en bleven daar zeven dagen. Dezen zeiden Paulus door de Geest, dat hij zich niet naar Jeruzalem moest inschepen.

5. Toen het nu zover was, dat wij de dagen hadden voleindigd, gingen wij vandaar verder op reis, terwijl zij ons allen met vrouwen en kinderen uitgeleide deden tot buiten de stad; en op het strand knielden wij neder, baden en

6. namen afscheid van elkander. Wij gingen scheep en zij keerden naar huis terug.

7. Na afloop van de vaart van Tyrus uit kwamen wij te Ptolemaïs aan, begroetten de broeders en bleven één dag bij hen.

8. En de volgende dag gingen wij vandaar en kwamen te Caesarea; en gekomen in het huis van Filippus, de evangelist, die behoorde tot de zeven, bleven wij bij hem.

9. Deze had vier ongehuwde dochters, die profetessen waren.

10. En toen wij daar verscheidene dagen bleven, kwam uit Judea een zeker profeet, genaamd Agabus.

11. Toen deze bij ons gekomen was, nam hij de gordel van Paulus, en zich voeten en handen bindende, zeide hij: Dit zegt de heilige Geest: De man, van wie deze gordel is, zullen de Joden te Jeruzalem zo binden en uitleveren in de handen der heidenen.