NBG-vertaling 1951

Handelingen 19:37-40 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

37. Want gij hebt deze mannen opgebracht, zonder dat zij tempelrovers zijn, of onze godin lasteren.

38. Indien derhalve Demetrius en zijn vakgenoten iets tegen iemand hebben in te brengen, er worden rechtszittingen gehouden en er zijn landvoogden; laten zij een aanklacht tegen elkander indienen.

39. En indien gij nog iets meer te verlangen hebt, zal dit in de wettige volksvergadering worden beslist.

40. Want wij lopen gevaar van oproer te worden aangeklaagd om de dag van heden, daar er geen enkele reden is aan te voeren, waarover wij verantwoording zullen kunnen afleggen, terzake van deze samenscholing. En met deze woorden ontbond hij de volksvergadering.