NBG-vertaling 1951

Handelingen 19:19-23 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

19. En enigen van degenen, die toverkunsten hadden uitgeoefend, brachten hun boeken bijeen en verbrandden ze ten aanschouwen van allen. En men berekende de waarde ervan en stelde die vast op vijftigduizend zilverstukken.

20. Zo wies het woord des Heren krachtig en het werd sterker.

21. En toen dit alles voorbij was, nam Paulus zich voor door Macedonië en Achaje naar Jeruzalem te reizen, en hij zeide: Als ik daar geweest ben, moet ik ook Rome zien.

22. En hij zond twee van zijn helpers, Timoteüs en Erastus, naar Macedonië, maar hij bleef zelf nog een tijd lang in Asia.

23. En omstreeks dat tijdstip ontstond er geen geringe opschudding inzake de weg.