NBG-vertaling 1951

Handelingen 15:12-22 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

12. En de gehele vergadering werd stil en zij hoorden Barnabas en Paulus verhalen wat al tekenen en wonderen God door hen onder de heidenen gedaan had.

13. En nadat dezen uitgesproken waren, nam Jakobus het woord en zeide: Mannen broeders, hoort naar mij!

14. Simeon heeft uiteengezet, hoe God van meet aan erop bedacht geweest is een volk voor zijn naam uit de heidenen te vergaderen.

15. En hiermede stemmen overeen de woorden der profeten, gelijk geschreven staat:

16. Daarna zal Ik wederkerenen de vervallen hut van David weder opbouwen,en wat daarvan is ingestort, zal Ik weder opbouwen,en Ik zal haar weder oprichten,

17. opdat het overige deel der mensen de Here zoeke,en alle heidenen, over welke mijn naam is uitgeroepen,spreekt de Here, die deze dingen doet,

18. welke van eeuwigheid bekend zijn.

19. Daarom ben ik van oordeel, dat men hen, die zich uit de heidenen tot God bekeren, niet verder moet lastig vallen,

20. maar hun aanschrijven, dat zij zich hebben te onthouden van wat door de afgoden bezoedeld is, van hoererij, van het verstikte en van bloed.

21. Immers Mozes heeft van oudsher in iedere stad, die hem prediken, daar hij elke sabbat in de synagogen wordt voorgelezen.

22. Toen besloten de apostelen en de oudsten met de gehele gemeente mannen uit hun midden te kiezen en met Paulus en Barnabas naar Antiochië te zenden: Judas, genaamd Barsabbas, en Silas, mannen van aanzien onder de broeders.