NBG-vertaling 1951

Handelingen 11:10-19 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

10. En dit geschiedde tot driemaal toe; en alles werd weer opgetrokken in de hemel.

11. En zie, terstond daarop bleven drie mannen voor het huis staan, waarin wij waren, die uit Caesarea tot mij waren gezonden.

12. En de Geest zeide tot mij, dat ik met hen moest medegaan zonder bezwaar te maken. En met mij gingen ook deze zes broeders, en wij zijn het huis van die man binnengegaan;

13. en hij heeft ons medegedeeld, hoe hij een engel in zijn huis had zien staan, die tot hem zeide: Zend iemand naar Joppe en nodig Simon uit, die bijgenaamd wordt Petrus;

14. deze zal woorden tot u spreken, waardoor gij en uw gehele huis behouden zult worden.

15. En toen ik begonnen was te spreken, viel de heilige Geest op hen, evenals in het begin ook op ons.

16. En ik herinnerde mij het woord des Heren, hoe Hij zeide: Johannes doopte wel met water, maar gij zult met de heilige Geest gedoopt worden.

17. Indien nu God hun op volkomen gelijke wijze als ons de gave heeft gegeven op het geloof in de Here Jezus Christus, hoe zou ik dan bij machte geweest zijn God tegen te houden?

18. En toen zij dit gehoord hadden, kwamen zij tot rust en verheerlijkten God, zeggende: Zo heeft dan God ook de heidenen de bekering ten leven geschonken.

19. Zij dan, die verstrooid werden door de verdrukking, welke in verband met Stefanus plaats vond, trokken verder tot Fenicië, Cyprus en Antiochië toe, zonder tot iemand het woord te spreken dan alleen tot de Joden.