NBG-vertaling 1951

Handelingen 10:17-24 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

17. Terwijl Petrus bij zichzelf in onzekerheid was, wat het gezicht, dat hij gezien had, betekenen mocht, zie, daar waren de mannen, die door Cornelius afgezonden waren, bij hun navraag naar het huis van Simon aan het voorportaal gekomen,

18. en zij trachtten na geroepen te hebben te weten te komen, of Simon, bijgenaamd Petrus, daar verblijf hield.

19. En terwijl Petrus nog steeds over het gezicht nadacht, zeide de Geest: Zie, twee mannen zoeken naar u;

20. sta dan op, ga naar beneden en reis, zonder bezwaar te maken, met hen mede, want Ik heb hen gezonden.

21. En Petrus ging naar beneden en zeide tot de mannen: Zie, ik ben het, die gij zoekt; wat is de reden van uw komst?

22. En zij zeiden: Cornelius, een hoofdman, een rechtvaardig man en vereerder van God, die goed bekend staat bij het gehele volk der Joden, heeft door een heilige engel een godsspraak ontvangen om u te zijnen huize te nodigen en te horen wat gij zeggen zult.

23. Hij noodde hen binnen en ontving hen gastvrij.En de volgende dag stond hij op en vertrok met hen, en enige der broeders uit Joppe gingen met hem mede.

24. En de volgende dag kwam hij te Caesarea aan. En Cornelius was hen wachtende, terwijl hij zijn bloedverwanten en beste vrienden had bijeengeroepen.