NBG-vertaling 1951

Genesis 9:13-19 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

13. mijn boog stel Ik in de wolken, opdat die tot een teken zij van het verbond tussen Mij en de aarde.

14. Wanneer Ik dan wolken over de aarde breng en de boog in de wolken verschijnt,

15. zal Ik mijn verbond gedenken, dat tussen Mij en u en alle levende wezens van alle vlees bestaat, zodat de wateren niet weer tot een vloed zullen worden om al wat leeft te verderven.

16. Als de boog in de wolken is, dan zal Ik hem zien, zodat Ik mijn eeuwig verbond gedenk tussen God en alle levende wezens van alle vlees, dat op aarde is.

17. En God zeide tot Noach: Dit is het teken van het verbond, dat Ik heb opgericht tussen Mij en al wat op de aarde leeft.

18. De zonen van Noach, die uit de ark gegaan waren, waren Sem, Cham en Jafet; Cham was de vader van Kanaän.

19. Deze drie waren de zonen van Noach, en uit dezen is de gehele aarde bevolkt.