NBG-vertaling 1951

Genesis 30:27-30 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

27. Daarop zeide Laban tot hem: Mocht ik uw genegenheid gewonnen hebben! Ik heb waargenomen, dat de Here mij om uwentwil gezegend heeft.

28. En hij zeide: Bepaal, wat uw loon bij mij zal zijn; en ik zal het geven.

29. Daarop zeide hij tot hem: Gij zelf weet, hoe ik u gediend heb, en hoe het met uw kudde bij mij gegaan is;

30. want wat gij bezat, voordat ik kwam, was weinig, maar het heeft zich uitgebreid in menigte, en de Here heeft u gezegend, waarheen ik mijn voet ook wendde; nu dan, wanneer zal ik ook eens voor mijn eigen huis kunnen werken?