NBG-vertaling 1951

Genesis 24:54-60 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

54. Daarna aten en dronken zij, hij en de mannen die bij hem waren, en zij overnachtten er.Toen zij des morgens opstonden, zeide hij: Laat mij naar mijn heer gaan.

55. Doch haar broeder zeide, alsook haar moeder: Laat het meisje een dag of tien bij ons blijven, ga daarna heen.

56. Hij echter zeide tot hen: Houd mij niet op, nu de Here mijn weg voorspoedig gemaakt heeft; laat mij vertrekken, opdat ik naar mijn heer ga.

57. Daarop zeiden zij: Laten wij het meisje roepen en het haar zelf vragen.

58. Toen riepen zij Rebekka en zeiden tot haar: Wilt gij met deze man meegaan? En zij zeide: Ja.

59. Zij dan lieten hun zuster Rebekka en haar voedster en de knecht van Abraham en zijn mannen gaan.

60. En zij zegenden Rebekka en zeiden tot haar: Onze zuster, moogt gij tot duizenden van tienduizenden worden, en uw nageslacht bezitte de poort van zijn haters.