NBG-vertaling 1951

Genesis 24:23-27 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

23. en hij zeide: Wiens dochter zijt gij? Vertel het mij toch. Is er in uws vaders huis voor ons plaats om te overnachten?

24. Daarop zeide zij tot hem: Ik ben de dochter van Betuël, de zoon van Milka, die zij Nachor gebaard heeft.

25. Verder zeide zij tot hem: Er is bij ons zowel stro als voeder in overvloed, ook plaats om te overnachten.

26. Toen boog de man zijn knieën en wierp zich neder voor de Here,

27. en zeide: Geprezen zij de Here, de God van mijn heer Abraham, die zijn goedertierenheid en trouw niet onttrokken heeft aan mijn heer; wat mij aangaat, de Here heeft mij geleid op de weg naar het huis der broeders van mijn heer.