NBG-vertaling 1951

Galaten 3:19-23 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

19. Waartoe dient dan de wet? Om de overtredingen te doen blijken is zij erbij gevoegd, totdat het zaad zou komen, waarop de belofte sloeg, en zij is op last van (God) door engelen in de hand van een middelaar gegeven.

20. Een middelaar is niet (de vertegenwoordiger) van één; God echter is één.

21. Is de wet dan in strijd met de beloften [Gods]? Volstrekt niet! Want indien er een wet gegeven was, die levend kon maken, dan zou inderdaad uit een wet de gerechtigheid voortgekomen zijn.

22. Neen, de Schrift heeft alles besloten onder de zonde, opdat ten gevolge van het geloof in Jezus Christus de belofte het deel zou worden van hen, die geloven.

23. Doch voordat dit geloof kwam, werden wij onder de wet in verzekerde bewaring gehouden met het oog op het geloof, dat geopenbaard zou worden.