NBG-vertaling 1951

Filippenzen 1:9-17 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

9. En dit bid ik, dat uw liefde nog steeds meer overvloedig moge zijn in helder inzicht en alle fijngevoeligheid,

10. om te onderscheiden, waarop het aankomt. Dan zult gij rein en onberispelijk zijn tegen de dag van Christus,

11. vervuld van de vrucht van gerechtigheid, welke door Jezus Christus is, tot eer en prijs van God.

12. Ik wil, dat gij weet, broeders, dat hetgeen mij wedervaren is veeleer tot bevordering van de evangelieprediking heeft gestrekt.

13. Daardoor toch is aan het gehele hof en aan al de overigen duidelijk geworden, dat ik in gevangenschap ben om Christus’ wil,

14. en het merendeel der broeders in de Here heeft door mijn gevangenschap vertrouwen gekregen om met des te meer moed onbevreesd het woord Gods te spreken.

15. Sommigen prediken de Christus wel uit nijd en twist, maar anderen doen het met goede bedoeling.

16. Dezen verkondigen de Christus uit liefde, daar zij weten, dat ik tot verdediging van het evangelie gesteld ben,

17. maar genen uit eigenbelang, met de onzuivere bedoeling, mij de gevangenschap zwaar te maken.