NBG-vertaling 1951

Filippenzen 1:6-8 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

6. Hiervan toch ben ik ten volle overtuigd, dat Hij, die in u een goed werk is begonnen, dit ten einde toe zal voortzetten, tot de dag van Christus Jezus.

7. Zó van u allen te denken spreekt voor mij dan ook vanzelf, omdat ik u op het hart draag, daar gij allen, zowel bij mijn gevangenschap als bij mijn verdediging en bevestiging van het evangelie, deelgenoten zijt van de mij verleende genade.

8. God toch is mijn getuige, hoezeer ik met de ontferming van Christus Jezus naar u allen verlang.