NBG-vertaling 1951

Ezechiël 42:4-13 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

4. Voor de vertrekken langs liep naar binnen toe een gang van tien el breed en honderd el lang, en de ingangen kwamen uit op het noorden.

5. De bovenste vertrekken echter waren minder diep, want de galerijen namen daarvan meer ruimte weg dan van de onderste en van de middelste van het bouwwerk.

6. Want zij lagen in drie verdiepingen en hadden geen zuilen, zoals de zuilen van de voorhoven; daarom was er van de onderste en middelste iets afgenomen, van de grond af.

7. En er was een muur, die buiten evenwijdig liep met de vertrekken, in de richting van de buitenste voorhof, langs de vertrekken, vijftig el lang.

8. Want de lengte van de vertrekken die aan de buitenste voorhof lagen, was vijftig el; maar van die tegenover het heiligdom honderd el.

9. En beneden deze vertrekken lag de ingang aan de oostzijde, wanneer men uit de buitenste voorhof daarheen ging.

10. In de breedte van de muur van de voorhof aan de zuidzijde, langs het plein en langs het bouwwerk, bevonden zich eveneens vertrekken.

11. Er liep een weg daarvoor langs, en zij zagen er evenzo uit als de vertrekken die aan de noordzijde waren; zij waren even lang als breed en hadden geheel dezelfde uitgangen en inrichtingen;

12. en zoals de ingangen van deze, zo waren ook de ingangen van de vertrekken aan de zuidzijde; er was een deur aan het begin van de weg, de weg langs de bijbehorende muur, aan de oostkant, als men binnenging.

13. En hij zeide tot mij: De vertrekken aan de noordzijde en de vertrekken aan de zuidzijde, die langs het plein liggen, dat zijn de heilige vertrekken, waar de priesters die de Here het naaste staan, het allerheiligste zullen eten; men zal het allerheiligste daarheen brengen, het spijsoffer, het zondoffer en het schuldoffer, want die plaats is heilig.