1. Het woord des Heren kwam tot mij:
2. Mensenkind, richt uw aangezicht tegen Gog in het land Magog, de grootvorst van Mesek en Tubal; profeteer tegen hem,
3. en zeg: zo zegt de Here Here: zie, ik zàl u, Gog, grootvorst van Mesek en Tubal!
4. Ik zal u komen halen, haken slaan in uw kaken en u doen uittrekken met uw gehele leger: paarden en ruiters, allen volledig uitgerust, een grote schare, met grote en kleine schilden, allen vertrouwd met het zwaard;
5. ook Perzen, Ethiopiërs en Puteeërs, allen met schild en helm;
6. Gomer en al zijn krijgsbenden; Bet-Togarma ver in het noorden met al zijn krijgsbenden – vele volken met u.
7. Maak u gereed en rust u toe, gij met al de scharen die zich bij u gevoegd hebben; wees gij hun tot een leidsman.