9. In uw midden zijn lasteraars er op uit om bloed te vergieten en bij u houdt men offermaaltijden op de bergen; ontucht pleegt men in u.
10. In u ontbloot men de schaamte van zijn vader; in u verkracht men een vrouw, die onrein is door haar maandelijkse afzondering.
11. De een bedrijft een gruwelijke zonde met de vrouw van zijn naaste; een ander onteert zijn schoondochter door ontucht; weer een ander verkracht in u zijn zuster, de dochter van zijn vader.