NBG-vertaling 1951

Ezechiël 22:3-9 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

3. Zeg: Zo zegt de Here Here: o stad, die in haar midden bloed vergiet, zodat haar tijd komt, en die zich afgoden maakt om zich te verontreinigen;

4. door het bloed dat gij vergiet, zijt gij schuldig; door de afgoden die gij maakt, zijt gij onrein; gij hebt uw dagen nabij gebracht en de grens van uw jaren bereikt. Daarom zal Ik u maken tot een voorwerp van smaad voor de volken en van spot voor alle landen.

5. Zij, die dicht bij u en die ver van u gelegen zijn, zullen de spot met u drijven, gij, berucht om uw onreinheid en vol van wanorde!

6. Zie, de vorsten van Israël zijn er op uit ieder zoveel mogelijk bloed te vergieten.

7. In u veracht men vader en moeder; in u doet men de vreemdeling geweld aan, bij u onderdrukt men de wees en de weduwe.

8. Mijn heilige dingen veracht gij, mijn sabbatten ontheiligt gij.

9. In uw midden zijn lasteraars er op uit om bloed te vergieten en bij u houdt men offermaaltijden op de bergen; ontucht pleegt men in u.