15. Ik zal u verstrooien onder de volken en verspreiden over de landen, en Ik zal uw onreinheid geheel van u wegdoen.
16. Zo zult gij door uw eigen toedoen voor het oog der volken ontwijd worden, en gij zult weten, dat Ik de Here ben.
17. Het woord des Heren kwam tot mij:
18. Mensenkind, het huis Israëls is Mij tot schuim geworden; allen zijn zij koper, tin, ijzer en lood in de smeltoven; stukken zilverschuim zijn zij geworden.
19. Daarom, zo zegt de Here Here: Omdat gij allen tot schuim geworden zijt, daarom, zie, zal Ik u bijeenbrengen in Jeruzalem.