NBG-vertaling 1951

Ezechiël 21:23-31 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

23. Wel is dit in hun ogen een bedrieglijke waarzeggerij – dure eden zwoeren zij – maar hij zal hun ongerechtigheid in herinnering brengen, opdat zij gegrepen worden.

24. Daarom, zo zegt de Here Here, omdat gij uw ongerechtigheid in herinnering brengt, doordat uw overtredingen openbaar worden, zodat uw zonden zichtbaar zijn in al uw handelingen – omdat men zich uwer herinnert, zult gij met de hand gegrepen worden.

25. En gij onheilige, goddeloze, vorst van Israël, wiens dag komt ten tijde van de eindafrekening,

26. zo zegt de Here Here: Neem weg die tulband! zet af die kroon! Zo zal het niet blijven. Verhoog wat laag is; verlaag wat hoog is.

27. Een puinhoop, een puinhoop, een puinhoop zal Ik ze maken. Maar ook zo zal het niet blijven. Totdat hij komt, die er recht op heeft en aan wie Ik het geven zal.

28. Gij mensenkind, profeteer en zeg: Zo zegt de Here Here van de Ammonieten en van hun gesmaad; zeg: zwaard, zwaard, ontbloot om te slachten, gewet om toe te slaan, om te bliksemen –

29. terwijl men voor u bedrieglijke dingen schouwt en u leugen waarzegt – om u te zetten op de halzen van goddelozen, onheiligen, wier dag komt ten tijde van de eindafrekening –!

30. Steek het zwaard weer in de schede. In de plaats waar gij geschapen zijt, in uw land van herkomst zal Ik u richten.

31. Ik zal mijn gramschap over u uitstorten; met het vuur van mijn verbolgenheid zal Ik tegen u blazen en u overgeven in de macht van redeloze mensen die verderf smeden.