NBG-vertaling 1951

Exodus 39:1-7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Van het blauwpurper, roodpurper en scharlaken maakten zij ambtsklederen voor de dienst in het heiligdom; ook maakten zij de heilige klederen die voor Aäron bestemd waren, zoals de Here Mozes geboden had.

2. Hij maakte de efod van goud, blauwpurper, roodpurper, scharlaken en getweernd fijn linnen.

3. Zij pletten de gouden platen en hij sneed ze in draden, om die te verwerken tussen het blauwpurper, het roodpurper, het scharlaken en het fijn linnen: kunstig werk.

4. Verbonden schouderstukken maakten zij ervoor, aan de beide einden was de efod verbonden;

5. en de gordel om hem aan te binden, die daarmee één geheel vormde, was op dezelfde wijze vervaardigd: van goud, blauwpurper, roodpurper, scharlaken en getweernd fijn linnen, zoals de Here Mozes geboden had.

6. Zij bewerkten de chrysopraasstenen, ingevat in gouden kassen, gegraveerd als zegelgraveerwerk, met de namen der zonen van Israël.

7. Hij zette ze op de schouderstukken van de efod als gedachtenisstenen voor de Israëlieten, zoals de Here Mozes geboden had.