NBG-vertaling 1951

Exodus 35:4-19 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

4. Mozes zeide tot de gehele vergadering der Israëlieten: Dit is het gebod dat de Here gegeven heeft:

5. neemt van uw bezit een heffing voor de Here; ieder zal deze gewillig van hart opbrengen als heffing voor de Here, goud, zilver, koper;

6. blauwpurper, roodpurper, scharlaken, fijn linnen, geitehaar;

7. roodgeverfde ramsvellen, tachasvellen, acaciahout;

8. olie voor het licht, specerijen voor de zalfolie en voor het welriekend reukwerk;

9. chrysopraasstenen en vulstenen voor de efod en voor het borstschild.

10. Allen die onder u kunstvaardig zijn, zullen komen maken al wat de Here geboden heeft;

11. de tabernakel, zijn tent en zijn dekkleed, zijn haken en zijn planken, zijn dwarsbalken, zijn pilaren en zijn voetstukken;

12. de ark met haar draagstokken, het verzoendeksel en het voorhangsel ter bedekking;

13. de tafel met haar draagstokken, al haar toebehoren en het toonbrood;

14. de lichtkandelaar met zijn gerei, zijn lampen en de olie voor het licht;

15. het reukofferaltaar met zijn draagstokken, de zalfolie en het welriekend reukwerk; het gordijn van de ingang, voor de ingang van de tabernakel;

16. het brandofferaltaar met het bijbehorende koperen traliewerk, zijn draagstokken en al zijn gerei, het wasvat met zijn voetstuk;

17. de gordijnen van de voorhof, zijn pilaren, zijn voetstukken en het gordijn van de poort van de voorhof;

18. de pinnen van de tabernakel en de pinnen van de voorhof, en hun touwen;

19. de ambtsklederen voor de dienst in het heiligdom, de heilige klederen voor de priester Aäron en de klederen van zijn zonen, om het priesterambt te bekleden.