NBG-vertaling 1951

Exodus 28:31-34 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

31. Gij zult het opperkleed van de efod geheel van blauwpurper maken.

32. De halsopening zal in het midden ervan zijn: de halsopening zal rondom een rand hebben van weefsel als bij een pantser, opdat het niet scheure.

33. En gij zult op zijn zomen granaatappels in blauwpurper, roodpurper en scharlaken, rondom op zijn zomen, zetten, en gouden belletjes overal daartussen:

34. telkens een gouden belletje en een granaatappel, rondom op de zomen van het opperkleed.