NBG-vertaling 1951

Exodus 25:8-12 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

8. En zij zullen Mij een heiligdom maken, en Ik zal in hun midden wonen.

9. Gij zult het maken overeenkomstig alles wat Ik u toon, het model van de tabernakel en het model van al zijn gerei.

10. Zij moeten dan een ark van acaciahout maken, twee en een halve el lang, anderhalve el breed, en anderhalve el hoog.

11. Gij zult die overtrekken met louter goud; van binnen en van buiten zult gij die overtrekken en er rondom een gouden omlijsting op maken.

12. Gij zult er vier gouden ringen voor gieten en die bevestigen aan de vier voetstukken en wel twee ringen aan de ene zijwand en twee ringen aan de andere zijwand.