NBG-vertaling 1951

Ester 1:10-13 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

10. Op de zevende dag, toen het hart des konings vrolijk was van de wijn, beval hij Mehuman, Bizzeta, Charbona, Bigta, Abagta, Zetar en Karkas, de zeven hovelingen die in de persoonlijke dienst van koning Ahasveros stonden,

11. dat zij koningin Wasti, met de koninklijke kroon getooid, in des konings tegenwoordigheid moesten brengen om de volken en de vorsten haar schoonheid te tonen, want zij was een bekoorlijke verschijning.

12. Koningin Wasti weigerde echter te komen op het bevel des konings, dat de hovelingen haar overbrachten, waarop de koning in hevige gramschap ontstak en zijn toorn in hem ontbrandde.

13. En de koning zeide tot de wijzen, de kenners der tijden – want zó was het de gewoonte om de aangelegenheden des konings voor te leggen aan alle kenners van wet en recht,