NBG-vertaling 1951

Deuteronomium 27:23-26 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

23. Vervloekt is hij, die gemeenschap heeft met zijn schoonmoeder. En het gehele volk zal zeggen:Amen.

24. Vervloekt is hij, die in het geheim zijn naaste doodt. En het gehele volk zal zeggen: Amen.

25. Vervloekt is hij, die een geschenk aanneemt om iemand te doden en onschuldig bloed te vergieten. En het gehele volk zal zeggen: Amen.

26. Vervloekt is hij, die de woorden van deze wet niet metterdaad volbrengt. En het gehele volk zal zeggen: Amen.