NBG-vertaling 1951

Deuteronomium 26:2 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

dan zult gij van de eerstelingen van alle vruchten van de bodem, die gij zult inzamelen van het land, dat de Here, uw God, u geven zal, nemen, en in een mand doen en naar de plaats gaan, die de Here, uw God, verkiezen zal om daar zijn naam te doen wonen.

Deuteronomium 26

Deuteronomium 26:1-7