NBG-vertaling 1951

Daniël 5:1-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Koning Belsassar richtte een grote maaltijd aan voor zijn machthebbers, duizend in getal; en in tegenwoordigheid van die duizend was hij aan het wijndrinken.

2. Belsassar beval bij het genot van de wijn, dat men het gouden en zilveren gerei zou brengen, dat zijn vader Nebukadnessar uit de tempel te Jeruzalem had weggevoerd, opdat de koning en zijn machthebbers, zijn gemalinnen en zijn bijvrouwen daaruit zouden drinken.

3. Daarop bracht men het gouden gerei dat uit de tempel, het huis Gods te Jeruzalem, was weggevoerd, en de koning en zijn machthebbers, zijn gemalinnen en zijn bijvrouwen, dronken daaruit;

4. zij dronken wijn en roemden de goden van goud en zilver, koper, ijzer, hout en steen.

5. Terzelfder tijd verschenen vingers van een mensenhand, die tegenover de luchter op de kalk van de wand van het koninklijk paleis schreven, en de koning zag de rug van de hand, die aan het schrijven was.