NBG-vertaling 1951

2 Samuël 21:7-9 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

7. Maar de koning spaarde Mefiboset, de zoon van Jonatan, de zoon van Saul, vanwege de eed bij de Here, die hen, David en Jonatan, de zoon van Saul, verbond.

8. Toen nam de koning de beide zonen van Rispa, de dochter van Ajja, die zij Saul gebaard had, Armoni en Mefiboset, en de vijf zonen van Merab, de dochter van Saul, die zij Adriël, de zoon van de Mecholatiet Barzillai, gebaard had,

9. en gaf hen over aan de Gibeonieten. Dezen hingen hen op, voor het aangezicht des Heren, op de berg. Die zeven vielen tezamen en werden ter dood gebracht in de eerste dagen van de oogst, in het begin van de gersteoogst.