NBG-vertaling 1951

2 Samuël 19:21-23 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

21. Toen nam Abisai, de zoon van Seruja, het woord, en vroeg: Moet Simi hiervoor niet ter dood gebracht worden, dat hij de gezalfde des Heren vervloekt heeft?

22. Maar David zeide: Wat heb ik met u te doen, zonen van Seruja, dat gij thans mijn tegenstanders zijt? Zou heden iemand in Israël ter dood gebracht worden? Ik weet immers, dat ik heden weer koning over Israël ben.

23. Daarop zeide de koning tot Simi: Gij zult niet sterven. En de koning zwoer het hem.