NBG-vertaling 1951

2 Kronieken 7:17-22 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

17. Wat u aangaat, indien gij voor mijn aangezicht wandelt, zoals uw vader David gewandeld heeft, en doet naar alles wat Ik u geboden heb, en mijn inzettingen en mijn verordeningen in acht neemt,

18. dan zal Ik uw koningstroon bevestigen, zoals Ik Mij jegens uw vader David verbonden heb met de woorden: nimmer zal u een man ontbreken, die over Israël heerst.

19. Maar indien gij u afkeert en mijn inzettingen en verordeningen die Ik u voorgehouden heb, verlaat, andere goden gaat dienen en u voor hen nederbuigt,

20. dan zal Ik hen uitrukken uit mijn land dat Ik hun gegeven heb; dit huis dat Ik aan mijn naam geheiligd heb, zal Ik dan van mijn aangezicht wegwerpen, en Ik zal het tot een spreekwoord en een spotrede onder alle volken maken.

21. Dit huis, dat hoog verheven was – ieder die eraan voorbijgaat, zal zich ontzetten en zeggen: Waarom heeft de Here alzo aan dit land en aan dit huis gedaan?

22. Dan zal men zeggen: Omdat zij de Here, de God van hun vaderen, die hen uit het land Egypte had geleid, hebben verlaten, zich aan andere goden gehecht, zich voor die nedergebogen en die gediend hebben, daarom heeft Hij al dit onheil over hen gebracht.