NBG-vertaling 1951

2 Kronieken 4:19-22 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

19. Ook maakte Salomo al de voorwerpen van het huis Gods, het gouden altaar, de tafels waarop het toonbrood lag,

20. de kandelaars en hun lampen, die volgens het voorschrift voor de achterzaal moesten branden, alles van gedegen goud;

21. de kelken, lampen en snuiters van goud, van het louterste goud;

22. de messen, sprengbekkens, schotels en vuurpannen van gedegen goud; de ingang van het huis, zijn binnenste deuren naar het heilige der heiligen, en de deuren van de hoofdzaal van de tempel, van goud.