NBG-vertaling 1951

2 Kronieken 24:1-7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Joas was zeven jaar oud, toen hij koning werd, en hij regeerde veertig jaar te Jeruzalem. Zijn moeder heette Sibja; zij was uit Berseba.

2. Joas deed wat recht is in de ogen des Heren, zolang de priester Jojada leefde.

3. Jojada nu nam twee vrouwen voor hem, bij wie hij zonen en dochters verwekte.

4. Daarna besloot Joas het huis des Heren te vernieuwen.

5. Hij riep de priesters en de Levieten bijeen en zeide tot hen: Trekt uit naar de steden van Juda en verzamelt uit geheel Israël geld om het huis van uw God elk jaar te herstellen. Zet spoed achter deze zaak. Maar de Levieten deden het niet.

6. Toen ontbood de koning de hoofdpriester Jojada en zeide tot hem: Waarom hebt gij er niet op gelet, dat de Levieten uit Juda en uit Jeruzalem de heffing van Mozes, de knecht des Heren, bijeenbrachten, zoals de gemeente van Israël deed ten behoeve van de tent der getuigenis?

7. Want de zonen van de goddeloze Atalja hebben in het huis Gods ingebroken en zelfs al de geheiligde voorwerpen van het huis des Heren voor de Baäls gebruikt.