NBG-vertaling 1951

2 Koningen 25:18-22 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

18. Toen nam de bevelhebber van de lijfwacht de opperpriester Seraja, de tweede priester Sefanja, en de drie dorpelwachters;

19. en uit de stad nam hij één hoveling, die het bevel had over de krijgslieden, en vijf mannen uit de onmiddellijke omgeving van de koning, die in de stad aangetroffen werden, en de schrijver van de legeroverste, die het volk des lands tot de krijgsdienst opriep, en zestig mannen uit het volk des lands, die binnen de stad aangetroffen werden.

20. Dezen nam Nebuzaradan, de bevelhebber van de lijfwacht, en hij bracht hen tot de koning van Babel te Ribla;

21. de koning van Babel bracht hen ter dood te Ribla in het land van Hamat. Zo werd Juda uit zijn land in ballingschap weggevoerd.

22. Over de rest van het volk in het land van Juda, die hij had laten overblijven, stelde Nebukadnessar, de koning van Babel, Gedalja aan, de zoon van Achikam, de zoon van Safan.