NBG-vertaling 1951

1 Timoteüs 3:11-16 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

11. Evenzo moeten (hun) vrouwen zijn: waardig, geen kwaadspreeksters, nuchter, betrouwbaar in alles.

12. Diakenen moeten mannen van één vrouw zijn, hun kinderen en hun eigen huis goed bestieren.

13. Want zij, die hun dienst goed hebben vervuld, verwerven zich een ereplaats en veel vrijmoedigheid om te spreken door het geloof in Christus Jezus.

14. Dit schrijf ik u, hoewel ik vrij spoedig tot u hoop te komen.

15. Mocht ik nog uitblijven, dan weet gij, hoe men zich behoort te gedragen in het huis Gods, dat is de gemeente van de levende God, een pijler en fundament der waarheid.

16. En buiten twijfel, groot is het geheimenis der godsvrucht:Die Zich geopenbaard heeft in het vlees,is gerechtvaardigd door de Geest,is verschenen aan de engelen,is verkondigd onder de heidenen,geloofd in de wereld,opgenomen in heerlijkheid.