NBG-vertaling 1951

1 Samuël 25:33-36 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

33. geprezen zij uw verstand en gezegend zijt gij zelf, dat gij mij op deze dag ervan weerhouden hebt om bloedschuld op mij te laden en het recht in eigen hand te nemen.

34. Maar zo waar de Here, de God van Israël, leeft, die mij ervoor bewaard heeft u kwaad te doen – indien gij mij niet haastig tegemoet gekomen waart, er zou bij Nabal niet één man in leven gebleven zijn, eer het morgenlicht aanbreekt.

35. Toen nam David van haar aan, wat zij hem bracht, en zeide tot haar: Ga in vrede naar uw huis terug; zie, ik luister naar u en ben u welgezind.

36. Abigaïl kwam bij Nabal en zie, hij had in zijn huis een feestmaal, als het feestmaal van een koning. Nabal was in een vrolijke stemming en hij was zwaar beschonken. Daarom vertelde zij hem hoegenaamd niets, eer het morgenlicht aanbrak.