NBG-vertaling 1951

1 Petrus 5:1-7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. De oudsten onder u vermaan ik dan als medeoudste en getuige van het lijden van Christus, die ook een deelgenoot ben van de heerlijkheid, welke zal geopenbaard worden:

2. hoedt de kudde Gods, die bij u is, niet gedwongen, maar uit vrije beweging, naar de wil van God, niet uit schandelijke winzucht, maar uit bereidwilligheid,

3. niet als heerschappij voerend over hetgeen u ten deel gevallen is, maar als voorbeelden der kudde.

4. En wanneer de opperherder verschijnt, zult gij de onverwelkelijke krans der heerlijkheid verwerven.

5. Evenzo gij, jongeren, onderwerpt u aan de oudsten. Omgordt u allen jegens elkander met nederigheid, want God wederstaat de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade.

6. Vernedert u dan onder de machtige hand Gods, opdat Hij u verhoge te zijner tijd.

7. Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u.