NBG-vertaling 1951

1 Kronieken 9:28-31 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

28. En sommigen van hen hadden de zorg voor wat bij de dienst nodig was; zij telden dat, als zij het naar binnen brachten en als zij het weer naar buiten brachten.

29. En anderen van hen waren aangesteld over het gerei, namelijk over al de heilige voorwerpen, en over het fijn meel, de wijn, de olie, de wierook, en de specerijen.

30. Maar priesters bereidden de specerijen tot zalf.

31. En Mattitja, een van de Levieten, – hij was de eerstgeborene van de Korachiet Sallum – had ambtshalve het toezicht op de bereiding van het bakwerk,