NBG-vertaling 1951

1 Kronieken 16:9-27 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

9. zingt Hem, psalmzingt Hem,gewaagt van al zijn wonderen.

10. Beroemt u in zijn heilige naam,het hart van wie de Here zoeken, verheuge zich.

11. Vraagt naar de Here en zijn sterkte,zoekt zijn aangezicht bestendig.

12. Gedenkt aan de wonderen die Hij heeft gedaan,zijn tekenen en de oordelen van zijn mond,

13. gij nakroost van Israël, zijn knecht,gij kinderen van Jakob, zijn uitverkorenen.

14. Hij, de Here, is onze God,zijn oordelen gaan over de ganse aarde;

15. Gedenkt voor immer aan zijn verbond,– het woord, dat Hij gebood aan duizend geslachten –

16. dat Hij met Abraham sloot,en aan zijn eed aan Isaak;

17. ook stelde Hij het voor Jakob tot een inzetting,voor Israël tot een eeuwig verbond,

18. toen Hij zeide: U zal Ik het land Kanaän gevenals het u toegemeten erfdeel.

19. Toen zij weinige mensen in getal waren,een kleine schare en vreemdelingen daarin,

20. en van volk tot volk trokken,van het ene koninkrijk tot de andere natie,

21. gedoogde Hij niet, dat enig mens hen verdrukte,en bestrafte Hij koningen om hunnentwil:

22. Raakt mijn gezalfden niet aan,en doet mijn profeten geen kwaad.

23. Zingt de Here, gij ganse aarde,boodschapt zijn heil van dag tot dag.

24. Vertelt onder de volken zijn heerlijkheid,onder alle natiën zijn wonderen.

25. Want de Here is groot en zeer te prijzen,geducht is Hij boven alle goden;

26. want alle goden der volken zijn afgoden,maar de Here heeft de hemel gemaakt;

27. majesteit en luister zijn voor zijn aangezicht,sterkte en vreugde in de plaats waar Hij woont.