NBG-vertaling 1951

1 Kronieken 11:29-41 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

29. de Chusatiet Sibbekai; de Achochiet Ilai;

30. de Netofatiet Maharai; Cheled, de zoon van de Netofatiet Baäna;

31. Itai, de zoon van Ribai, uit Gibea der Benjaminieten; de Piratoniet Benaja;

32. Churai uit de dalen van Gaäs; de Arbatiet Abiël;

33. de Bacharumiet Azmawet; de Saälboniet Eljachba;

34. de zonen van de Gizoniet Hasem; Jonatan, de zoon van de Harariet Sage;

35. Achiam, de zoon van de Harariet Sakar; Elifal, de zoon van Ur;

36. de Mekeratiet Chefer; de Peloniet Achia;

37. de Karmeliet Chesro; Naärai, de zoon van Ezbai;

38. Joël, de broeder van Natan; Mibchar, de zoon van Hagri;

39. de Ammoniet Selek; de Berotiet Nachrai, de wapendrager van Joab, de zoon van Seruja;

40. de Jetriet Ira; de Jetriet Gareb;

41. de Hethiet Uria; Zabad, de zoon van Achlai;