NBG-vertaling 1951

1 Kronieken 11:24-36 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

24. Dit heeft Benaja, de zoon van Jojada, gedaan; hij had groot aanzien onder de drie helden.

25. Maar zie, al was hij onder de dertig geëerd – tot de (eerste) drie reikte hij niet. En David gaf hem het bevel over zijn lijfwacht.

26. Voorts de dappere krijgshelden: Asaël, de broeder van Joab; Elchanan, de zoon van Dodo, uit Betlehem;

27. de Haroriet Sammot; de Peloniet Cheles;

28. Ira, de zoon van de Tekoïet Ikkes; de Antotiet Abiëzer;

29. de Chusatiet Sibbekai; de Achochiet Ilai;

30. de Netofatiet Maharai; Cheled, de zoon van de Netofatiet Baäna;

31. Itai, de zoon van Ribai, uit Gibea der Benjaminieten; de Piratoniet Benaja;

32. Churai uit de dalen van Gaäs; de Arbatiet Abiël;

33. de Bacharumiet Azmawet; de Saälboniet Eljachba;

34. de zonen van de Gizoniet Hasem; Jonatan, de zoon van de Harariet Sage;

35. Achiam, de zoon van de Harariet Sakar; Elifal, de zoon van Ur;

36. de Mekeratiet Chefer; de Peloniet Achia;