NBG-vertaling 1951

1 Koningen 6:24-37 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

24. Vijf el was de ene vleugel van de cherub en vijf el was de andere vleugel van de cherub; tien el van het ene tot het andere einde van zijn vleugels.

25. De andere cherub was ook tien el; de beide cherubs hadden dezelfde maat en dezelfde gedaante.

26. De hoogte van de ene cherub was tien el en evenzo die van de andere cherub.

27. Hij plaatste de cherubs in het binnenste vertrek en zij spreidden hun vleugels uit, zodat de vleugel van de ene aan de ene muur raakte, en de vleugel van de andere cherub aan de andere muur, terwijl hun vleugels aan elkander raakten in het midden van het huis.

28. En hij overtrok de cherubs met goud.

29. En op al de muren van het huis rondom, die van de binnenste en van de buitenste zaal, bracht hij ingesneden beeldwerk aan: cherubs, palmen en open bloemknoppen.

30. Ook de vloer van het huis, die van de binnenste en van de buitenste zaal, bedekte hij met goud.

31. Als toegang tot de achterzaal maakte hij deuren van oleasterhout; het geraamte der posten vormde een vijfhoek.

32. De beide deurvleugels waren van oleasterhout, en hij bracht daar beeldwerk op aan: cherubs, palmen en open bloemknoppen, en overtrok ze met goud; hij legde het goud op de cherubs en de palmen.

33. Evenzo maakte hij voor de toegang naar de hoofdzaal posten van oleasterhout, die een vierhoek vormden,

34. en twee deurvleugels van cypressehout, de ene deurvleugel met twee draaibare vleugelhelften en de andere deurvleugel met twee draaibare vleugelhelften.

35. En hij bracht daar cherubs, palmen en open bloemknoppen op aan en overtrok het met goud, dun uitgeslagen over het graveerwerk.

36. Hij ommuurde de binnenste voorhof met drie rijen gehouwen stenen en één rij gehouwen cederen balken.

37. In het vierde jaar werd het huis des Heren gegrondvest, in de maand Ziw,